Voordeeltraject

Het Sophianum voerde in het verleden de AKA-opleiding uit: de opleiding tot arbeidsmarkt gekwalificeerde assistent, niveau 1. De certificering gebeurde door de ROC’s Arcus en Leeuwenborgh. Inmiddels kunnen leerlingen die, om uiteenlopende redenen bij ons op school hun diploma niet zullen halen, het zogeheten voordeeltraject volgen.

De onderstaande onderdelen worden ‘op maat’ aangeboden:
1. Methodisch werken aan loopbaan en burgerschap. Met behulp van de methodes Kies en Strux waarbij loopbaanoriëntatie in de breedste zin van het woord essentieel is.

2. Nederlands; via een methode/leerlijn of realistisch en geïntegreerd binnen de beroepspraktijk. Afgestemd op het ontwikkelingsperspectief van de deelnemer. Referentieniveau 2F zal mogelijk moeten zijn voor het (uiteindelijk) behalen van een MBO 2 diploma.

3. Rekenen; via een methode/leerlijn of realistisch en geïntegreerd binnen de beroepspraktijk. Afgestemd op het ontwikkelingsperspectief van de deelnemer. Referentieniveau 2F zal mogelijk moeten zijn voor het (uiteindelijk) behalen van een MBO 2 diploma.
 

4. Engels; via een methode/leerlijn of realistisch en geïntegreerd binnen de beroepspraktijk. Afgestemd op het ontwikkelingsperspectief van de deelnemer.

5. Stage; stage bij een leerbedrijf. De stage of BPV is een zeer belangrijk onderdeel om benodigde competenties of werkprocessen ‘in te slijpen’ binnen een realistische arbeidssetting. Het instrument stage, mits gekoppeld aan de juiste doelen, is een bruikbaar en onmisbaar ontwikkelingsinstrument. Hierdoor kunnen zij door specifieke onderwijseigenschappen (leren, loopbaan, burgerschap en werknemersvaardigheden) geleid worden naar verschillende vervolgtrajecten.
 

Deze uitstroomperspectieven zijn:

1. Scholing Entree, behalen van diploma én doorstromen naar MBO 2.
2. Arbeid Entree, behalen van diploma (als ‘eindonderwijs’) en doorstromen naar arbeid.
3. Arbeid Certificering: behalen van branchecertificeringen met een civiele waarde op de arbeidsmarkt en doorstromen naar een (vorm van) arbeid en/of participatie.
4. Dagbesteding: training en ontwikkeling; deelname aan georganiseerde activiteiten of onbetaald/vrijwilligerswerk

Onderwijsprogramma
De leerlingen zijn 2 dagen op school en lopen 3 dagen stage. De mentor begeleidt het gepersonaliseerde programma, op school en in samenspraak met de werkbegeleider op stage.