VMBO
Het VMBO. Dé kolom voor de leerlingen die praktisch bezig willen zijn: meubelstukken timmeren, lekkere gerechten koken, activiteiten voor ouderen ontwikkelen en uitvoeren of zich uitleven in de wereld van mode en design. Naast een aantal lesvakken (zoals Nederlands, Engels en wiskunde) krijgen de leerlingen ook les in het praktijkvak Dienstverlening & Producten (D&P). Daarnaast heeft iedere leerling keuzemogelijkheden voor extra uitleg bij vakken, is er extra verdieping mogelijk en kunnen de leerlingen op vrijwillige basis het vak Duits volgen.
Het VMBO kent een tweejarige brugklas, waarbij de mentor met de klas 'meegroeit' van leerjaar 1 naar 2. Er wordt een brede basis gelegd. Aan het einde van leerjaar 2 kiezen de leerlingen voor een profiel. Dat zijn de vakken die ze in de bovenbouw gaan volgen.
De mentor heeft regelmatig een gesprek met elke leerling van zijn/haar klas. De mentor onderhoudt ook nauw contact met ouders en vakdocenten. Binnen deze gesprekken wordt er aandacht besteed aan welbevinden, vaardigheden en resultaten van de leerling. De persoonlijke aandacht zorgt voor een open sfeer, waarbij er in een veilige omgeving kan worden gewerkt. In de klaslokalen hangen daarom de leefregels op. Deze zijn door leerlingen en docenten samen opgesteld. Samen zorgen leerlingen en docenten ervoor dat iedereen een fijne tijd op het Sophianum heeft.
.jpg)
.jpg)
Voordeeltraject
Het Sophianum kende in het verleden de AKA-opleiding: de opleiding tot arbeidsmarkt gekwalificeerde assistent, niveau 1. De certificering gebeurde door de toenmalige ROC’s Arcus en Leeuwenborgh. Inmiddels kunnen leerlingen die, om uiteenlopende redenen bij ons op school hun diploma niet zullen halen, het voordeeltraject volgen. Er wordt een aantal onderdelen 'op maat' aangeboden.
Zo werken de leerlingen methodisch aan loopbaanoriëntatie en burgerschap en worden de vakken rekenen, Engels en Nederlands realistisch binnen de beroepspraktijk geïntergreerd. Het vak Engels wordt tevens afgestemd op het ontwikkelingsperspectief van de leerling.
De leerlingen in het voordeeltraject zijn drie dagen per week op stage bij een erkend leerbedrijf. De mentor begeleidt het gepersonaliseerde programma, op school en in samenspraak met de werkbegeleider op stage. De stage is een zeer belangrijk onderdeel om benodigde competenties of werkprocessen ‘in te slijpen’ binnen een realistische arbeidssetting. Hierdoor kunnen de leerlingen door specifieke onderwijseigenschappen (leren, loopbaan, burgerschap en werknemersvaardigheden) geleid worden naar verschillende vervolgtrajecten.
Deze uitstroomperspectieven zijn:
* Scholing Entree, behalen van diploma én doorstromen naar MBO 2.
* Arbeid Entree, behalen van diploma (als ‘eindonderwijs’) en doorstromen naar arbeid.
* Arbeid Certificering: behalen van branchecertificeringen met een civiele waarde op de arbeidsmarkt en doorstromen naar een (vorm van) arbeid en/of participatie.
* Dagbesteding: training en ontwikkeling; deelname aan georganiseerde activiteiten of onbetaald/vrijwilligerswerk.
.jpg)
D & P
Binnen het VMBO hebben de leerlingen het vak Dienstverlening & Producten (D&P). In de praktijkruimtes gaan de leerlingen aan de slag met het beroepsgerichte programma. In een carrouselvorm maken de leerlingen kennis met de diverse richtingen binnen het VMBO. Denk bijvoorbeeld aan techniek, handel en administratie, zorg en welzijn).
De D&P-lessen zijn daardoor heel gevarieerd. Zo maken de leerlingen o.a. wraps, appelflappen en pastagerechten in de keuken, ontwerpen ze flyers, organiseren ze activiteiten (die ze op locatie ook daadwerkelijk uitvoeren!) en timmeren en zagen allerlei werkstukken. De leerlingen kunnen in de bovenbouw kiezen uit diverse modules, zodat de leerling goed voorbereid wordt op de vervolgopleiding.
Kortom: de creativiteit en vaardigheden worden hier flink aangesproken. En laat je thuis al een eitje mislukken? Dat geeft niet. De docenten bij D&P leren het je allemaal!
.jpg)
Leerklimaat
De leerlingen van het VMBO krijgen les in hun eigen vleugel op de begane grond. Er zijn drie leerpleinen en een aantal instructieruimtes. De leerlingen krijgen eerst hun uitleg in een instructieruimte. Daarna gaan ze werken op een van de leerpleinen. Hier kunnen ze zelfstandig of in groepjes aan de opdrachten of projecten werken. Onderwijsassistenten zijn aanwezig om hulp te bieden. Leerlingen die extra uitleg willen (de verlengde instructie) kunnen in de instructieruimte bij hun vakdocent blijven. Aan het einde van de les gaan de leerlingen weer terug naar de instructieruimte voor de afronding.
Leerlingen die in groepjes willen overleggen kunnen ook gebruik maken van een van de kleinere ruimtes, gelegen aan het leerplein.
%20(58).jpg)
Stages
Op vrijdag zijn de leerlingen van leerjaar 4 op stage. Deze stage is beroepsoriënterend: de leerling kijkt en werkt mee met een stagebegeleider. Deze lintstage loopt door het hele schooljaar heen. Leerlingen kunnen gedurende de stageperiode meerdere stages lopen.
Aandachtspunten hierbij zijn:
* Het mee mogen werken, ook in teamverband.
* Aan- en inpassen in de bedrijfscultuur
* Het verzamelen van informatie aan de hand van vragen en de opdrachten.
* Aandacht voor het ‘zelf ervaren’.
* Sociale vaardigheden ontwikkelen
Doelen van de stage:
* De overgang van school naar het bedrijfsleven vergemakkelijken
* De leerling motiveren om zijn best te doen op school en een diploma te halen
* De leerling ervaring laten opdoen in de gekozen arbeidssector.
* De keuzes voor het mbo gemakkelijker te maken
We zien geregeld dat de leerling aan de stage een bijbaantje overhoudt. Soms levert het zelfs een stageplaats op voor de MBO-opleiding.
%20(8).jpg)